Bijstandsuitkeringen Onderzoek (2019/2020)

In 2020 kreeg Nederland te maken met de Coronacrisis. Veel bedrijven en zelfstandig ondernemers verkeren in zwaar weer door de opgelegde maatregelen. Het veelvoudig gebruik van de steunpakketten van de overheid, zoals de NOW regeling, tonen aan dat veel bedrijven hulp nodig hebben bij het betalen van hun werknemers.

Op basis van cijfers van het CBS heeft het Centrum voor Economisch Welzijn onderzoek laten uitvoeren naar de bijstandsuitkeringen in 2020 in vergelijking met het voorgaande jaar 2019.

Wat het meest opvalt:

  • Het gemiddelde van de eerste 10 maanden in 2020 ligt maar 0,41% hoger dan in 2019
  • Waar in Januari 2020 er nog 400670 uitkeringen waren, zijn dit er in Oktober 2020 411000 (+2,6%)
  • De gemeente Weert in Limburg ziet de grootste afname van bijstandsuitkeringen met maar liefst -86,56%
  • De grootste stijger is de gemeente Sluis in Zeeland, met een toename van 180,51%

Let op: De data toont het gemiddelde aantal uitkeringen per maand per 1000 inwoners.

Geen significante stijging

In de meest recente data is een kleine stijging zichtbaar gedurende het Coronajaar 2020. Gedurende het jaar is het aantal uitkeringen na de 1e lockdown zeker toegenomen, maar ziet daarna ook weer een daling.

Data uit begin 2021 moet aantonen of de 2e lockdown een significant effect gaat hebben op de bijstandsuitkeringen. Met een vaccin in zicht en de grote hoeveelheden overheidssteun lijkt het echter allemaal mee te vallen.

Alle Data (Per 1000 inwoners)

Toelichting data (CBS)

Alle data is gebaseerd op de meest recente data beschikbaar afkomstig van het CBS. De gemeentelijke data loopt verder achter dan de landelijke data. Beide zijn gebruikt voor dit onderzoek. Voor weergave van de gemeentelijke kaartjes is de data gebruikt van het eerste halfjaar van 2019 en 2020.

Deze data geeft inzicht in het aantal uitkeringen aan huishoudens op grond van de Wet werk en bijstand (WWB, t/m 2014) en de Participatiewet (vanaf 2015), uitgesplitst naar uitkeringsgrondslag en regio.
De uitkeringen (leefgeld) aan personen in een instelling, de elders verzorgden, zijn niet inbegrepen. Ook de uitkeringen aan dak- en thuislozen zijn niet inbegrepen.
Een uitkering aan een (echt)paar wordt geteld als één uitkering aan twee personen.
Onderscheid wordt gemaakt tussen uitkeringen aan personen die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt en uitkeringen aan personen die de AOW-leeftijd hebben.
Bij de regionale indeling is uitgegaan van de gemeente die de bijstand verstrekt.